Het reliëf vertelt over Hugo de Groot (1583-1645), de raadspensionaris van Rotterdam die in een religieuze strijd terecht kwam. Een vergaand meningsverschil tussen twee professoren Arminius (de rekkelijken) en Gomarus (de preciezen) deed hem bij decreet dat het rekkelijk standpunt verbood, in 1619 in Slot Loevestein verdwijnen.
In het reliëf heeft Marcus in het li. paneel de tegenstelling tussen de vrijheid waarover Hugo de Groot schreef( het schip) en zijn gevangenzetting weergegeven. Het Statenlid van Holland wordt door de soldaat de wenteltrap naar zijn levenslange verblijf op Loevestein opgeduwd.
Tijdens zijn gevangenschap had Hugo de betrekkelijke vrijheid zijn kinderen te mogen ontvangen. Zijn vrouw, Maria van Reigersbergen, bleef bij hem in Loevestein, evenals hun dienstmeisje Elsje van Houweningen.
Hij schreef en las veel tijdens zijn gevangenschap. Zie het middenpaneel. De boeken kwamen aan in een kist en gingen op deze wijze weer weg. Bij elke levering werd de inhoud van de kist door bewakers gecontroleerd, maar... men werd gemakzuchtig in het controleren. Zijn vrouw merkte dat op, smeedde haar plan en betrok Elsje in het complot: haar man moest in de boekenkist ontsnappen! En Hugo de Groot ontsnapte op deze wijze uit zijn gevangenis, slechts één boek nam hij mee: het Nieuwe Testament.
In het re.paneel van het reliëf gaan de soldaten met Hugo in de boekenkist de wenteltrap weer af. Elsje begeleidt de boekenkist. De soldaten hebben geen benul dat zij hun gevangene naar buiten brengen. ‘De vogel is gevlogen’. Het is het jaar 1621.
Het ontwerp in brons is onder beelden kopen te vinden.