Eindejaar, de maand december

Auteur Marijke A. Deege

Ik durf het bijna niet te zeggen en ik loop het risico dat half Nederland over me heen valt wanneer ik dit openbaar maak

en toch zeg ik het:

IK HOUD NIET VAN DE DECEMBERMAAND!

Al die opgeklopte emoties om de feestdagen.

‘Reclame met emotie doet verkopen in december’ een kreet die ik laatst op internet voorbij zag komen. Van dat bedoel ik. Er moet verkocht worden en daarom wordt er flink wat emotie ingestopt. De reclamewereld maakt maar wat gretig gebruik van onze sentimenten. 'Geluk koop je in deze wereld'.

Nu is een emotie bij ieder mens een belangrijke innerlijke belevenis. Ik maak mijn beelden in brons of in hout met hoofd, hart en hand, daar zit dus emotie in. Dat kan niet anders bij een bevlogen kunstenaar. Maar als ik ergens een hekel aan heb dan is het wel aan het onechte, aan namaak en aan het manipulatieve.

Terugdenkend begon mijn aversie tegen schijn al vroeg in mijn leven en dat was met een bezoekje aan de Goedheiligman met toen nog zijn Zwarte Pieten.
Sint hield audiëntie in een oud verenigingsgebouw waar de wind doorheen blies. Ik zag veel kinderen in de rij voor mij. Ieder kind dat voor de Sint stond kreeg een hand van hem en van een van de Pieten pepernoten en van de andere een klein pakje. Die Piet, zag ik, was achter zijn oren wit en dat klopte niet.
Sint vroeg met een stem die mij ook niet echt voorkwam of ik een lief meisje was geweest. Ik vond dat een vervelende vraag, want ik wist dat ik ook weleens stout was. Maar mijn moeder zei dat ik altijd heeeel lief was. Ook al zo overdreven dat heeeel. Toen vroeg de Sint of ik op zijn schoot kwam zitten en voor hem een liedje wilde zingen, want in zijn boek stond dat ik zo mooi kon zingen. Op zijn schoot? Koppig bleef ik staan en zei dat ik wel wilde zingen, maar niet op zijn schoot. De zacht dwingende hand van mijn moeder in mijn rug negerend.

Ik heb gezongen en ik kreeg pepernoten en het pakje en na afloop buiten een standje van mijn moeder dat ik niet zo brutaal had mogen zijn tegen Sinterklaas, want dat hij het zo goed meende. Ik wist het niet met Sinterklaas en dat zat ‘em in verschillende dingen. Neem nu die luide bel na het eten. Wie zou er aan de deur zijn? Mijn vader ging kijken. We hoorden zijn stem: ’Goedenavond Sinterklaas’ en dan ineens een harde klop op de huiskamerdeur. Nu komt de Sint binnen denk je dan als kind, maar nee, een zwart gehandschoende hand gooide pepernoten de kamer in. Dat was toch de zwart leren handschoen die papa op de fiets aanhad? Wat later vertelde mijn vader, zonder handschoenen aan, dat de Sint haast had, want hij moest nog het dak op.

Sinterklaas mocht van mij op het dak blijven, als hij maar goed hoorde dat ik bij de kachel veel liedjes voor hem zong. Stiekem hoopte ik dat hij zo welwillend was mijn verlanglijstje en dat van mijn broertje te lezen en vergeten was dat ik niet op zijn schoot wilde zitten. In bed, lang wakker door spanning, probeerde ik te horen of er ook een paard op ons platte dak liep, al kon ik met geen mogelijkheid bedenken hoe een paard op het dak kwam.

‘s Morgens vroeg deed ik zachtjes de kamerdeur open, draaide de lichtschakelaar om en zag iets uit mijn schoen steken. Mijn wens: een springtouw! Bij de schoen van mijn broertje stond een doos met het plaatje van een auto erop. Sint was op het dak geweest, maar hoe kon Piet via de schoorsteen en de kachel bij onze schoenen komen? De kachel zat met een pijp in de schoorsteen en de deurtjes van de kachel werden van buiten gesloten. En alles zag er nog net zo uit, als toen ik naar bed moest. Ik twijfelde sterk aan de echtheid, maar ik had mijn springtouw. ‘Dank u, Sinterklaasje.’ Wat waren we nog blij met een springtouw en een autootje.

In die tijd waren er nog geen hebberig makende reclameblokken op de tv. Soms lagen er, als binnengewaaide herfstbladeren, enkele reclamefolders op de deurmat. Toch is, langzaam maar zeker, de reclamewereld een macht geworden die, of we het wilden of niet, onze leefwereld binnendrong. Niemand trok een geel hesje aan om te protesteren tegen deze overmacht. Pénétration pacifique, vreedzame binnendringing heet dat. Het werd van kwaad tot erger.

Nu, december 2018, maakt de Ster voor de radio zelfs reclame voor zichzelf: voor het bescheiden bedrag van €30.000 kan men al een Sterreclame kopen. Waarom daarmee wachten?
En de ABN Amro heeft een nieuwe positionering, een nieuwe campagne en een nieuwe pay-off: ‘Wat is jouw verhaal?’ De bank wil de klant meer centraal stellen, de kerngedachte van de nieuwe merkmissie van de bank luidt dan ook: Allemaal hebben we ons eigen verhaal. Onze eigen dromen en verlangens. Er is een bank die dat verhaal belangrijk vindt, er naar luistert en er iets mee doet.
Als dit geen storytelling is: bij de bank de klant en zijn verhaal centraal...

Het heilig avondje is nog niet voorbij of de hysterie van het kopen, kopen, kopen wordt nog steviger aangewakkerd. Je zult maar arm zijn en langs al die kerstuitstallingen lopen, denk ik bij het zien van die overvloed.

Dan wordt het kerstavond. Ineens is het stil. De winkels zijn uitgeput wat vroeger dichtgegaan. De feestverlichting in de winkelstraten blijft branden. De mensen haasten zich naar huis. Huiskamers geuren naar dennengroen, opgetuigde kerstbomen stralen in het licht, de laatste boodschappen gaan de uitpuilende koelkast of vriezer in, de kalkoen voor het kerstdiner is al gegaard. ’s Avonds beieren uitnodigend de klokken om naar de nachtmis of kerstzangdienst te komen. En wie nooit naar een kerk gaat, zegt dit toch wel een sfeervolle traditie te vinden.

Marktonderzoekbureaus bekijken aan het eind van de rit onze kerstaankopen. We horen of we met ons gelduitgeven boven 2017 zijn uitgekomen. Ja? Gelukkig, we zijn weer gerust, het gaat goed met onze economie.

Kerst… als kind staken mijn broertje en ik echte kaarsje in de boom aan. Het was een wonderschoon gezicht hoe de zachte kaarsvlammetjes weerspiegelden in de glazen kerstballen. Naast de boom stond een emmer water, voor je weet maar nooit. Bij het kaarslicht zongen we kerstliederen, soms vierstemmig met de familie erbij en aan tafel las vader het kerstevangelie voor.

Nu verkopen de winkels kunststof kerstballen die niet stuk kunnen vallen en snoeren met ledlampjes. We zijn niet anders gewend dan de stekker in het stopcontact te steken en daar is het licht! Minder gevaarlijk dan de brandende kaarsjes, dat wel. Wordt er bij de kerstboom nog gezongen?
‘Zingen? Neee’, zei laatst iemand tegen me, ’ik moet er bij mijn kinderen niet mee aankomen. Wij appen of chatten naar elkaar.’
Natuurlijk, er zijn veel manieren om kerst te vieren en gelukkig breken niet alle kerstballen.

Na de Kerst de laatste dagen van het jaar. Een weekje tussen doen en laten in. Menigeen kent zijn goede voornemens, maar leeft nog even lustig voort in het oude vertrouwde. 1 januari dan stop ik echt met roken, en ik met drinken, en ik snoep niet meer of… Ieder kent zijn eigen verslaving en denkt er deze laatste dagen nog van te genieten. 1 januari zal ik echt mijn leven beteren.

Ik houd niet van de decembermaand, dat zei ik al eerder, het is voor mij een maand die voor het eigenlijke het oneigenlijke heeft geplaatst. Soberheid, inkeer en vrede hoe dat waar te maken als op de oudejaarsavond een orgie van vuurwerk losbarst?

In een wereld waarvan de toekomst zo onzeker is geworden, de grote wijzer van de klok voor het milieu niet meer voor de 12 staat, maar er al overheen wijst, is het afsteken van vuurwerk dom en primitief. Zoveel miljoen aan vuurwerk verkocht zal de NOS op 1 januari 2019 ons meedelen. Zoveel miljoen verknald denk ik dan en wat roept het vuurwerklegioen? LASTEN OMLAAG IN 2019!

Wellicht vindt de lezer dit een wat cynische blog, maar deep down en veilig draag ik een geluk met me mee dat met geen goud te koop is.
Ik wens de trouwe lezers van mijn blogs en zij die deze te hooi en te gras bekijken heel fijne en gezonde feestdagen toe, pas een beetje goed op uzelf, houd van uw dierbaren, op naar 2019.

Merry Christmas and a happy New Year.

Shalom, As-salamu alaykum, een gezegend Nieuwjaar!